Boeken
Hoog-gaat-ie; fotoboek van de Tilburgse kermis’ (1992):
De Tilburgse kermis in het vizier
Tilburgers zijn Kruikenzeikers, maar ze hebben wel de grootste en mooiste kermis van de Benelux. Van heinde en ver komt het volk van vertier de komende dagen naar het zuiden. Zoals ze al vele eeuwen naar de Tilburgse jaarmarkt komen. In de tijd dat gruwelijke spelletjes als katknuppelen en ganstrekken nog werden getolereerd of toen er (in 1905) alleen maar confetti gestrooid mocht worden 'van eenzelfde kleur'. Toen koekhakken in de mode was - een koek door midden slaan met een bijl en er onder invloed van alcohol veel ongelukken gebeurden. En zelfs van 1920 tot 1936 toen de kermis naar Amerikaans model werd drooggelegd, maar smokkelaars uit Belgie rijkelijk voor het borreltje zorgde.
De 'Tilborgh kermisse' (in 1570 al in schriftelijke bronnen vermeld) is een fenomeen. Zelfs voor wetenschappers. Er zijn intensieve tellingen gedaan naar het bezoekersaantal, er zijn professionele luchtfoto's gemaakt en enquetes gehouden. De Tilburger gaf in 1988 zelf 22,36 gulden per persoon uit aan kermisattracties en consumpties en hij kwam gemiddeld 2,8 keer. De bezoekers van buiten de stad (en dat zijn 70 procent van de kermisgangers) spendeerden zelfs gemiddeld 25,29 gulden.
Drie en een halve kilometer is het lint van plezier lang, de terrasjes en cafeetjes overigens niet meegerekend. Het zal weer vol zijn, elk jaar worden de records gebroken. Meer dan een half miljoen bezoekers is op dit moment de hoogste score. Vorig jaar was het volgens kenners de 'mooiste en de beste' uit de geschiedenis van de Tilburgse kermis. En juist dat jaar zwierf fotograaf Ernest Potters tussen de draaimolens en het reuzenrad, over de pleinen en om de kraampjes waar de suikerspin en de paling worden verkocht. Hij was er van 's morgens vroeg tot 's avonds laat. Hij was er toen de eerste kermisauto's Tilburg binnenreden en de carrousel en de tent van de waarzegster werden opgebouwd. En hij was er nog steeds om half vier 's nachts, toen de attracties er eenzaam en verloren bij stonden, de oorverdovende kakofonie verstomd en de mensenzee verdwenen was.
Alles heeft Potters in het vizier genomen. Het intense genieten in de botsauto's en de mistroostigheid van een verlaten kermisterrein. De eeuwig ploeterende kermisbaas en de oudere Tilburgers die op een bankje hun verhalen-van-toen nog eens ophalen. De kermis bij het krieken van de dag en de kermis als het donker is. De glorie en de ontmanteling.
Potters heeft voor- en achterkant van de Tilburgse kermis in beeld gebracht. Vierduizend kleurendia's en zwart-wit foto's heeft hij geschoten. En uit dat materiaal is het boek ‘Hoog-gaat-ie’ samengesteld, met tekst van de Nieuwsblad-redacteuren Paul Spapens en Lauran Wijffels.
Haro Hielkema (Trouw)
Bron : Lauran Wijffels en Hennie van Oers (afbeelding)