Boeken
‘Draaiboek van een kermisgek; de Tilburgse Kermis in de jaren zestig’ (2002):
Een pannenset als hoofdprijs
De Vlaming Guido Belcanto zong het jaren geleden al: voor hem geen gouden plaat, en ook geen standbeeld in de straat; liever zag hij zijn foto 'op het zeildoek van de botsauto'. Daar immers zag hij ook de idolen uit zijn jeugd afgebeeld, de vaak metershoge schilderingen van Fats Domino, Buddy Holly, The Beatles, en Françoise Hardy. Een hogere vorm van erkenning is bijna niet denkbaar. Hier zingt een kermisfanaat.
Diezelfde nostalgie beheerst Draaiboek van een kermisgek. Ongetwijfeld is de auteur, Lauran Wijffels, nog steeds verzot op kermisattracties, maar beter dan in zijn jeugd zal het nooit meer worden. In de jaren zestig was hij een jonge bezoeker, in de jaren zeventig reisde hij met de kermis mee als hulpje. Op zoek naar romantiek, schrijft hij. Wat ook neerkwam op het afbreken van een spookhuis, midden in de nacht, in de regen, 'ergens in een boerengehucht in Zuid-Holland'. Later werd hij journalist, en resulteerde zijn fascinatie in enige boeken over de kermis, in het bijzonder die van Tilburg, de grootste van de Benelux.
Maar het Draaiboek is geen geschiedschrijving van die kermis (nu een miljoen bezoekers in tien dagen). Het bevat Wijffels' herinneringen, nostalgie als basis voor de reconstructie van een tijdsbeeld, met behulp van veel foto's en krantenverslagen. De muziek, de mode, de prijzen die je kon winnen (een pannenset als hoofdprijs), het staangeld dat betaald moest worden: Wijffels heeft het allemaal keurig geboekstaafd en voorzien van commentaar.
In vergelijking met de moderne topattracties doet de kermis van vroeger bijna aandoenlijk aan. De zweefmolen en de swing-mill, ooit het toppunt van vrijheid en draaierigheid, lijken kinderspel geworden. Durfden vroeger alleen de grootste waaghalzen hun schuitje zo hoog op te schommelen dat de punt ervan het zeildoek raakte, tegenwoordig is een vrije val van dertig meter in een gondel geen bijzonderheid meer.
In het licht van een veranderende kermis is vooral het hoofdstuk 'Kijkvermaak' interessant. Hier komen we nog gediplomeerde waarzegsters tegen die hun klanten een foto meegaven van hun toekomstige geliefde. Of de 'uitheemse wildeman' die rauwe rijst verorberde, maar die na de voorstelling met een plat Amsterdams accent sprak. In het Theatre Mondiale verzorgden zeven gedresseerde hondjes een 'Belgische dans'. En natuurlijk de Dikke Dame met haar dochter, die in werkelijkheid haar zoon was. Het meisje zonder hoofd, over wie een advertentie voor alle zekerheid meldde dat ze 'levend te zien' was. En Brigitte, die volgens de plaatselijke krant 'een verzorgd staaltje evenwichtskunst' ten beste gaf.
Over de schilderingen op zeildoek en panelen schrijft Wijffels: 'De geairbrushte fotokopieën van moderne rocksterren, in serie in paintingstudio's vervaardigd, ontberen de charmante knulligheid die de decorstukken uit de jaren zestig zo authentiek maakte.'
Lauran Wijffels; Draaiboek van een kermisgek., Europese Bibliotheek; € 17,50.
Ed Schilders (De Volkskrant)
Bron : Lauran Wijffels en Hennie van Oers (afbeelding boek)